Mijn muzische evaluatiekoffer
Hier zie je het materiaal verspreid liggen van de evaluatiekoffer
Wat zie je allemaal liggen?
Vuilniszak
– rugzak – schatkist
=>Vanaf
2e leerjaar
=>Procesevaluatie
Dit is eigenlijk een formulier dat de leerlingen krijgen na een activiteit. Op dit formulier staan 3 kolommen:
een kolom met een vuilniszak op, een kolom met een rugzak op en een kolom met een schatkist op.
- Vuilniszak: Hier schrijven ze een nare ervaring op die ze achteraf letterlijk mogen weggooien
- Rugzak: Hier schrijven ze een ervaring op die ze zeker niet willen vergeten
- Schatkist: Hier schrijven ze een ervaring op die ze willen koesteren.
Elk van deze kolommen worden dus ingevuld. De vuilniszak wordt letterlijk weggegooid, de rugzak en de
schatkist worden bijgehouden. Dit is een evaluatiemethode waar de leerlingen een onderscheid maken
tussen de goede en minder goede dingen en hier afstand van nemen.
Muziek
CD
=>Vanaf
2e leerjaar
=>Procesevaluatie
Dit is een CD met verschillende fragmenten op. Er staan zowel bekendere als puur instrumentale
liedjes op. Hier kunnen de leerlingen dan naar luisteren en kiezen welk liedje/fragment hun
muzische activiteit het best vertolkt.
Deze methodiek is uiteraard mogelijk in verschillende leerjaren. Ik vind het 2e leerjaar het vroegste
aangezien zij het er nog vrij moeilijk met hebben om dit te vertalen waarom ze een liedje triest of
vrolijk vinden. De jongere kinderen zullen dus moeilijker het onderscheid kunnen maken tussen de
fragmenten. Bij 2e graad en ouder mag dit geen probleem meer zijn.
Kleurenwaaier
=>Vanaf
1e leerjaar
=>Proces/productevaluatie
Deze manier van evalueren is te gebruiken voor jong en oud. Het is een heel eenvoudige manier
waar je toch gemakkelijk te weten kan komen hoe iemand zijn/haar product/proces vond. Deze kiest
dan simpelweg een kleurtje dat hij/zij vindt dat bij z'n product past.
Bv. : Ik kies voor geel omdat dit de kleur van de zon is en omdat dit me blij maakt.
Ook hebben vele leerlingen wel een lievelingskleur. Wanneer ze de activiteit leuk vonden gaan ze
vaak ook hun lievelingskleur er bij associëren.
Thermometerevaluatie
=>Vanaf
2e graad
=>Procesevaluatie
Ook dit is een formulier dat de leerlingen zelf moeten invullen. Heel het formulier wijst z'n eigen wel
uit. Op het formulier staan een 5tal vragen die de leerlingen moeten invullen. Deze vragen polsen
over de activiteit zelf. Ook staat links daarvan een thermometer. Hoe hoger ze de thermometer
inkleuren hoe liever ze de activiteit deden en hoe meer punten op 10 ze de activiteit dus geven.
Hier kan een leerkracht duidelijk zien wat de leerlingen van de activiteit vonden en of ze deze dus
leuk vonden of niet.
leuk vonden of niet.
Groepsevaluatie
=>Vanaf
4e leerjaar
=>Proces/productevaluatie
Dit is een evaluatie die vooral bedoeld is voor iets oudere leerlingen.
Dit is zo omdat de leerlingen in groepen worden gezet om de activiteit/het product te bespreken.
Hiervoor moeten de leerlingen toch al vrij mondig zijn om dit te kunnen doen. De leerlingen krijgen
allemaal een stukje papier. In totaal zijn er 6 kleuren. Daarna zoeken de leerlingen met dezelfde
kleur elkaar op. Zij zitten dan in éénzelfde groep. Ze bespreken de vraag die op de evaluatiefiche
staat overeenkomend met de kleur dat ze hebben. Uiteraard is het de bedoeling dat iedereen even
aan het woord komt en de vraag kan beantwoorden.
Vervolgens, indien er voldoende tijd is, kunnen de antwoorden per groep kort klassikaal worden
overlopen. Deze vorm van evalueren is voornamelijk mondeling in groep.
Dit is een evaluatie die vooral bedoeld is voor iets oudere leerlingen.
Dit is zo omdat de leerlingen in groepen worden gezet om de activiteit/het product te bespreken.
Hiervoor moeten de leerlingen toch al vrij mondig zijn om dit te kunnen doen. De leerlingen krijgen
allemaal een stukje papier. In totaal zijn er 6 kleuren. Daarna zoeken de leerlingen met dezelfde
kleur elkaar op. Zij zitten dan in éénzelfde groep. Ze bespreken de vraag die op de evaluatiefiche
staat overeenkomend met de kleur dat ze hebben. Uiteraard is het de bedoeling dat iedereen even
aan het woord komt en de vraag kan beantwoorden.
Vervolgens, indien er voldoende tijd is, kunnen de antwoorden per groep kort klassikaal worden
overlopen. Deze vorm van evalueren is voornamelijk mondeling in groep.
Smileywaaier
=>Productevaluatie
=>Vanaf
1e leerjaar
Dit is een heel eenvoudige vorm van evalueren. De leerlingen kiezen gewoon een smiley die het
best bij hun product past. Deze smiley vertolkt dan het resultaat en de leerlingen verwoorden ook
waarom ze voor deze smiley kozen.
Dit is een heel eenvoudige vorm van evalueren. De leerlingen kiezen gewoon een smiley die het
best bij hun product past. Deze smiley vertolkt dan het resultaat en de leerlingen verwoorden ook
waarom ze voor deze smiley kozen.
Evaluatiemeter
=>Vanaf
2e leerjaar
=>Productevaluatie
Deze strook kan eenvoudig worden gebruikt. Op deze strook staan 4 evaluatiecriteria die kunnen worden
gekozen door de leerling. 3 antwoorden waarbij niets meer gezegd moet worden. 1 antwoord waarbij
verder op ingegaan kan worden, namelijk: dit zou ik toch anders doen. Hier kan de leerling die dit gebruikt
dan een antwoord op geven. (uiteraard opbouwen en niet afbrekend bedoeld)
Deze strook kan eenvoudig worden gebruikt. Op deze strook staan 4 evaluatiecriteria die kunnen worden
gekozen door de leerling. 3 antwoorden waarbij niets meer gezegd moet worden. 1 antwoord waarbij
verder op ingegaan kan worden, namelijk: dit zou ik toch anders doen. Hier kan de leerling die dit gebruikt
dan een antwoord op geven. (uiteraard opbouwen en niet afbrekend bedoeld)
Woordenwaaier
=>Vanaf
3e leerjaar
=>Productevaluatie
Ook deze manier van evalueren is zeer eenvoudig. Hier kiezen de leerlingen een woord uit alle
woorden die beschikbaar zijn. Dit woord past het best bij het product dat ze gerealiseerd hebben.
Hierbij leggen de leerlingen ook uit waarom ze dit woord gekozen hebben. Uiteraard kan je
eventueel ook de leerlingen de kans geven meerdere woorden te kiezen, bijvoorbeeld: welke 3
woorden passen het best bij je product?
Ook deze manier van evalueren is zeer eenvoudig. Hier kiezen de leerlingen een woord uit alle
woorden die beschikbaar zijn. Dit woord past het best bij het product dat ze gerealiseerd hebben.
Hierbij leggen de leerlingen ook uit waarom ze dit woord gekozen hebben. Uiteraard kan je
eventueel ook de leerlingen de kans geven meerdere woorden te kiezen, bijvoorbeeld: welke 3
woorden passen het best bij je product?
Dobbelsteen
=>Vanaf
2e graad
=>Proces/productevaluatie
Deze manier van evalueren is letterlijk door het toeval gekozen. De leerling rolt met een
dobbelsteen. Het cijfer dat ze gooien staat gelijk met een vraag die op de fiche staat. Deze vraag
lost de leerling dan op. Dit zijn zowel vragen over het product als over het proces van de activiteit.
Hier kunnen de leerlingen dan een kort woordje uitleg over geven.
Ook kan dit in groepen worden gedaan. Er worden in de klas bijvoorbeeld groepen van 4 gevormd,
waarna telkens 1 leerling per groep mag dobbelen en zo een vraag in de groep moeten bespreken.
Deze manier van evalueren is letterlijk door het toeval gekozen. De leerling rolt met een
dobbelsteen. Het cijfer dat ze gooien staat gelijk met een vraag die op de fiche staat. Deze vraag
lost de leerling dan op. Dit zijn zowel vragen over het product als over het proces van de activiteit.
Hier kunnen de leerlingen dan een kort woordje uitleg over geven.
Ook kan dit in groepen worden gedaan. Er worden in de klas bijvoorbeeld groepen van 4 gevormd,
waarna telkens 1 leerling per groep mag dobbelen en zo een vraag in de groep moeten bespreken.
100veld
=>Vanaf
2e graad
=>Productevaluatie
Dit is een methode die ik zelf bedacht heb. Ik weet niet of ze al bestaat. Het is een vrij eenvoudige
methode. Je hebt letterlijk een 100 veld waar de leerlingen moeten in noteren. Je ziet dat dit veld in
4 is gedeeld. Elk veld bestaat dus uit 25 kotjes. per subveldje kan de leerling zichzelf evalueren op
een bepaald niveau. De niveaus staan er onder bepaald. (bv: mooiheid van het product,
tevredenheid, voldoet het aan de normen)
Bij het 4e veldje mag de leerling zelf een norm kiezen waar hij zich gaat over evalueren. De leerling
kleurt het veldje zoveel of zo weinig hij wilt afhankelijk hoeveel hij denkt dat hij deze norm heeft
bereikt. Vindt de leerling zijn werk écht mooi, kan hij bijvoorbeeld 25/25 vakjes kleuren. zoniet
kleurt hij er misschien 10.
Wat vind ik er van?
Ik ben zeer tevreden over het resultaat dat ik gemaakt heb. Ik zal zeker en vast de methoden uitproberen en
kijken of ze effectief werken! De evaluatiemethode die ik zelf moest maken vond ik het moeilijkste
aangezien je niet altijd een even goed zicht heb of het al dan niet al bestaat. Je probeert zo origineel mogelijk
te zijn, maar dan word je geconfronteerd met alle reeds bestaande zaken.
Dit is een methode die ik zelf bedacht heb. Ik weet niet of ze al bestaat. Het is een vrij eenvoudige
methode. Je hebt letterlijk een 100 veld waar de leerlingen moeten in noteren. Je ziet dat dit veld in
4 is gedeeld. Elk veld bestaat dus uit 25 kotjes. per subveldje kan de leerling zichzelf evalueren op
een bepaald niveau. De niveaus staan er onder bepaald. (bv: mooiheid van het product,
tevredenheid, voldoet het aan de normen)
Bij het 4e veldje mag de leerling zelf een norm kiezen waar hij zich gaat over evalueren. De leerling
kleurt het veldje zoveel of zo weinig hij wilt afhankelijk hoeveel hij denkt dat hij deze norm heeft
bereikt. Vindt de leerling zijn werk écht mooi, kan hij bijvoorbeeld 25/25 vakjes kleuren. zoniet
kleurt hij er misschien 10.
Wat vind ik er van?
Ik ben zeer tevreden over het resultaat dat ik gemaakt heb. Ik zal zeker en vast de methoden uitproberen en
kijken of ze effectief werken! De evaluatiemethode die ik zelf moest maken vond ik het moeilijkste
aangezien je niet altijd een even goed zicht heb of het al dan niet al bestaat. Je probeert zo origineel mogelijk
te zijn, maar dan word je geconfronteerd met alle reeds bestaande zaken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten